De ijsvereniging is opgericht op 22 januari 1887, onder de zinsspreuk ‘Ondersteuning zij ons doel’. Op 2 Juli daaropvolgend kreeg de nieuwe vereniging de naam ‘Priksledeclub’. Deze naam behield zij tot 25 februari 1890. Daarna kreeg zij de huidige naam: IJsvereniging Olympia. Dit in verband met de toetreding tot de IJNH (IJsbond Noord-Hollands Noorderkwartier). Op 20 januari 1908 werd Koninklijke goedkeuring verleend.
Bron: Algemeen Handelsblad van 22 januari 1912

Winter van 1890-1891
De winter van 1890 op 1891 is als een van de strengste winters van die eeuw de geschiedenis ingegaan. Van november tot april duurde de winter voort en bracht naast veel ongemak ook veel armoede. Monnickendam telde in die jaren 2800 inwoners. Van de beroepsbevolking werkten er 350 binnen de stad. Ruim 70% verdienden hun brood in de vis, 20% op de scheepswerven. De rest verdiende zijn brood in allerlei kleine ambachtelijke bedrijven. Door de aanhoudende vorst kon er niet gevist worden, bedrijven kwamen stil te liggen en de mensen werden naar huis gestuurd. Van loon doorbetalen had nog nooit iemand gehoord. Geen wonder dat de daaruit volgende hongerwinter veel slachtoffers maakte door koude, ondervoeding en de daaruit volgende gebreksziekten. De gezondheid van de bevolking had zo zwaar geleden, dat de gevolgen ervan de drie daarop komende winters nog voelbaar waren. In 1891 en 92 heerste de griep die veel sterfgevallen tot gevolg had, voornamelijk onder ouderen en kinderen.

Coördinerende rol
De vereniging stelde zich tot doel: het organiseren van openbare volksfeesten en het bevorderen en beoefenen van openbare volksspelen. Een mogelijkheid om wat geld te verdienen voor de arme bevolking was het baanvegen, of het exploiteren van een koek-en-zopie tent waar koffie,warme chocolademelk en taaipoppen werden verkocht. Ook de cafés deden goede zaken, want na een paar uur op het ijs lustte men wel een borreltje. Goede zaken werden gedaan met de ‘gierslee’. Aan een dikke paal die door het ijs was geslagen werden lange touwen vastgemaakt. Aan deze touwen werden sleden vastgemaakt. Aan de dikke paal werd een dwarshout bevestigd die door mannen met ‘scherp’ onder hun klompen werd voortgeduwd. Terwijl de mannen op een sukkeldrafje liepen, gierden de sleden met een angstaanjagende snelheid over het ijs. De toeristen die na afloop van de sleden stapten waren dronken van duizeligheid en konden na afloop niet op hun benen staan. Weer anderen verhuurden banken of stoelen om schaatsen onder te binden. De vereniging coördineerde dit alles, zodat een ieder bij toerbeurt iets verdienen kon, en niet alleen de sterken en brutalen beter werden van het ijsgebeuren.

Winter 1894-1895
Gedurende de winter van 1894-’95 werd door vrijwilligers uit losgezaagde ijsblokken een ijspaleis opgestapeld, compleet met deuren en ramen. Over de blokken werd water uitgegoten, zodat alles aan elkaar vast kon vriezen. Net was de oorlog op Lombok in Nederlands-Indië afgelopen, waar opstandige troepen van de aldaar heersende inlandse vorst het moesten afleggen tegen het Koninklijk Indisch Leger (KNIL) De opstandige vorst werd gevangen genomen. De Monnickendammers profiteerden van de gelegenheid en verklaarden dat de Radjah van Lombok gevangen zat in het ijspaleis in Monnickendam. Hij kon tegen een kleine vergoeding worden bezichtigd. Jan Buter, een bekende Monnickendammer, speelde de rol van Radjah. Zijn gezicht werd zwartgemaakt en hij werd met kettingen aan zijn stoel vastgeklonken. Met veel publiek begon hij vervaarlijk te brullen en met de kettingen te rammelen tot schrik van vrouwen en kinderen. Ook trad hij op in Purmerend in gebouw Amicitia aan de Weerwal. Het leverde al met al een leuk centje op en dat was voor de straatarme bevolking van Monnickendam een meevaller.

+++
Feest op de Gouwzee

Geheel Monnickendam verkeerde de laatste dagen in spanning. En geen wonder. Waar ieder zijn beste krachten inspant tot het houden van een groot feest en dagen achtereen al het mogelijke gedaan wordt om zulk een feest te doen welslagen, daar voelt ieder zich als belanghebbende, en wacht in spanning den dag af, waarop het blijken zal of al zijne pogingen ijdel zijn geweest of met goede uitslag bekroond zullen worden.

Onder zulk een spanning lagen Monnikendam’s burgers in den morgen van zondag 10 Febr. Het grote ijsfeest van de vereeniging ”Olympia”” op de Gouwzee zou eindelijk plaats hebben! Wel was vrijdag reeds een dergelijk feest gegeven, doch dat was slechts een voorproefje geweest; het echte feest, dat weer de duizenden vreemdelingen naar Monnikendam zou trekken, evenals in de gulden dagen van 1890-91, toen men voor een broodje een gulden of rijksdaalder betaalde, dat feest zou zondag gegeven worden. En toen vol verwachting de burgers des morgens vroeg uit den veren kropen en het waagden een tipje van hun neus buiten de deur te steken, toen betrok aller gelaat, en moedeloosheid en treurigheid stond er op te lezen! Het had gesneeuwd en het mistte! Twee factoren die ongetwijfeld het gansche feest moesten doen mislukken. Gelukkig klaarde het spoedig op; de mist trok op en moest het veld ruimen voor de schitterende stralen der Februarizon, die reeds menigeen met zijne warmte verkwikt.

En ook de sneeuw bleek niet zo erg te wezen, baanvegers waren er in overvloed, en met een weinig krachtsinspanning zou de baan wel weer in orde komen. En waarlijk, zoals gehoopt werd gebeurde, de sneeuw werd weggeruimd, en nauwelijks was men klaar, en men zag reeds als voorlopers eenige matineuze vreemdelingen met hunne schaatsen door Monnikendam’s straten wandelen. Om twaalf uur verzamelde het Broeker fanfarecorps, dat voor die dag geëngageerd was, zich voor café ”Het Hof van Holland” en zo begaf men zich, onder de opwekkende tonen van de muziek, naar het terrein. Niet lang duurde het of de bezoekers, die eerst nog aarzelden, namen toegangskaarten tot het terrein, en voordat de westrijd in het schoonrijden nog begonnen was, wemelde het reeds van schaatsenrijders op het terrein. Een geest van gezelligheid heerschte alom, geen wanklank werd gehoord, en het scheen wel of ook de bezoekers allen besloten hadden het fesst zo goed mogelijk te doen slagen. verschillende eigenaardigheden lokten de schaatsenrijders naar het terrein. De gierslede stond bijna geen ogenblijk stil, telkens namen dames en heeren plaats in het door velen gevaarlijk beschouwde toestel en volbrachten onder luid hoera der omstanders hunnen tocht. Ook de ”Radja van Lombok” mocht zich in een talrijk bezoek verheugen, tot ten slotte de tent waarin Zijne Majesteit huisde, in elkaar viel, waarna Z.M. (nog al tamelijk aangeschoten) over het terrein wandelde en een ieder tot het geven van een borrel trachtte over te halen. Nu, voor iemand in zulke treurige omstandigheden was een kleine hartversterking wel nodig!

Ook het ”ijspaleis” had niet te klagen; men had den grond met hooi belegd, wat waarlijk niet overbodig was, daar het er de vorige keer bijna niet uit te houden was van de kou. menigeen kwam thans in het paleis eene verversching gebruiken. De schoonrijderij schijnt, naar hetgeen men uit de mond van menigen vreemdeling vernam, nogal tegengevallen te zijn. waarschijnlijk omdat men in grootere plaatsen gewend is aan betere rijders en rijderessen, en ten tweede omdat het ouderwetsche achter elkander rijden niet meer zo aardig gevonden wordt. Toch mocht de wedstrijd zich in genoeg belangstelling verheugen, en in waarheid, er waren paren, die werkelijk niet onverdienstelijk reden. De eerste prijs werd gewonnen door K.Oosterveld met Mej.Ravenhorst; de eerste premie door K.Karremelk met Mej.S.Pauw; en de 2e premie door D.de Moes met Mej.E.Schouten.

Het bij tussenpozen gehouden bal lokte menigeen, die nog buiten de omheining stond, naar binnen. Op sommige ogenblikken waren meer dan honderd paren aan het dansen, vreemdelingen zowel ingezetenen.
Tenslotte, ongeveer halfzes, begonnen de instrumenten der muzikanten te bevriezen, en daarop ging men, onder groot geleide, marcherend op de halfbevroren tonen der muziek, joelend en zingend, naar ”De Doele”, waar door den voorzitter eenige speeches werden afgestoken, om allen te bedanken, die meegewerkt hadden tot het welslagen van het feest. Olympia mag met dankbaarheid en vreugde op dezen dag terugzien.

Niet allen bleven te Monnikendam. Velen gingen door naar Edam, om tegenwoordig te zijn op de amateurswedstrijden, die daar op de baan van de ijsclub werden gehouden. Door de Noord-Hollandse stoomtram zijn gisteren ruim 4500 reizigers naar Edam en Monnikendam vervoerd. Het vervoer geschiedde met de grootste orde en regelmaat.
+++ Bron: Nieuws van den Dag. Dinsdag 12 februari 1895 3e blad. Bladzijde 11

Eerste Wereldoorlog
Tijdens de eerste wereldoorlog waren veel mannelijke bewoners van Monnickendam onder de wapenen geroepen, en slonk het ledenaantal flink, want elke cent werd driemaal omgedraaid eer hij werd uitgegeven. Een tiental jaren nadat de vrede was getekend, brak de economische crisis van de dertiger jaren aan. Veel mensen waren werkloos en aan de “steun”. In 1937 bleek op de algemene ledenvergadering dat het totale financiële bezit van de vereniging slechts fl.338,75 (€ 170) was. Het salaris voor de baanvegers werd bepaald op fl.2 per dag. Ook de beunhouders werd per dag eenzelfde bedrag uitgekeerd. Op 17 december van dat jaar vroor het 20 graden. Op 26 december werd de dorpentocht gehouden, de baanvegers kregen een extra beloning omdat ze op een zondag moesten werken. In dat jaar werd voor de eerste keer samengewerkt met de ijsclub uit Marken om de Gouwzeetocht te kunnen organiseren. Het bestuur van Olympia kreeg vrij mandaat van de gemeente om de standplaatsen te verpachten. Eigen inwoners hadden voorrang. Omdat er veel autoverkeer op het ijs was, werd een speciale “autobaan” geveegd zodat de schaatsers en wandelaars op het ijs geen gevaar liepen. IJszeilschuiten mochten niet binnen de boom van de haven komen om dezelfde reden.

Tweede Wereldoorlog
Op 10 Mei 1940 brak ook voor het neutrale Nederland de oorlog uit. Duitse troepen bezetten ons land, met als consequentie dat de activiteiten niet alleen op een lager pitje werden gezet, maar dat onder invloed van het nationaal socialisme, ons Joodse bestuurslid M. Leuw (Manu) ertoe werd gedwongen zijn lidmaatschap op te geven. In 1943 kwam het bestuur voor de laatste maal tijdens de oorlog bij elkaar in Café Bellevue. Doordat de contributie-inning inmiddels was gestaakt telde de kas nog slechts een saldo van fl.5,89. Op 4 mei 1945 capituleerde de Duitse krijgsmacht en werd Nederland na vijf jaar zorg en ellende weer vrij. Op 23 februari 1946 kwam het bestuur van Olympia weer voor het eerst bij elkaar tijdens een vergadering in het “Marker veerhuis”. In zijn welkomstwoord heette de voorzitter het teruggekomen bestuurslid de heer Leuw welkom die ondergedoken was geweest tijdens de oorlog. Drie bestuursleden waren niet teruggekeerd in het bestuur. Eén bestuurslid was overleden, een tweede had bedankt, en een derde bestuurslid was niet teruggekeerd in het bestuur. Hij werd veroordeeld wegens zijn lidmaatschap van de NSB.

Strenge winters
In 1947 volgde een zeer strenge winter met veel sneeuwoverlast waardoor de voedselvoorziening in Monnickendam zwaar had te lijden. Op 8 januari van dat jaar bezocht koningin Wilhelmina onze stad en maakte per ijszeiler een tocht over de bevroren Gouwzee. De baan naar Marken werd uitgezet en auto,s konden tegen een tarief van 50 cent bij het Hemmeland de Gouwzee op.De winter van 1953-54 was weer een zeer strenge, waardoor de vereniging weer veel activiteiten kon ontplooien. Op 23 januari begon het te vriezen met temperaturen tussen 10 en 15 graden. Al op 30 januari werd door de ijsvereniging van Marken de baan over de Gouwzee uitgezet. Door het gemeentebestuur werden twee werklieden beschikbaar gesteld om de vereniging te helpen het vele werk te kunnen klaren. De zondag erop reden al honderden auto,s van Monnickendam naar Marken over de bevroren Gouwzee. Anders dan nu, had het een extra dimensie omdat Marken destijds nog een echt eiland was waar men alleen per boot kon komen. Op Zaterdag 6 Februari passeerden 568 auto,s de tolpoortjes. De Zondag erop reden meer dan 1900 auto,s het ijs op. Het was een gekkenhuis in Monnickendam waar men zo,n grote verkeersdrukte niet gewend was. Op 18 februari werd een grote kampioenswedstrijd gereden, met controleposten bij Marken en Volendam, over de Gouwzee, die gewonnen werd door de latere bondscoach Egbert van t,Oever.

De winter van 1963
Deze winter is de geschiedenis ingegaan als de strengste winter sinds mensenheugenis. Een winter waarop al op 3 december de eerste Friezen schaatswedstrijden reden en die op 5 maart pas eindigde. Een winter waarin het bestuur van Olympia, geholpen door vele enthousiaste vrijwilligers, zo actief was in het organiseren van diverse schaatswedstrijden, fakkeltochten en ijszeilwedstrijden dat Monnickendam in het middelpunt van de mediabelangstelling stond. Kranten, radio- en TV-verslaggevers buitelden over elkaar heen om niets te missen. Er werd samenwerking gevraagd en gegeven aan alle omringende ijsverenigingen in Marken, Volendam, Broek in Waterland, Purmerend, Edam en nog veel meer, om te helpen de vele tochten door ons mooie Waterland te kunnen organiseren. Al op 29 december werden er kortebaanwedstrijden georganiseerd op de Binnendijk. Op 4 januari werd de baan verlicht en de volgende dag was er een prestatietocht voor kinderen die na afloop een schaatsdiploma kregen uitgereikt. De twaalfde januari werd er een ijs-stoelendans georganiseerd op de Krim die 50 deelnemers trok en weer een prestatietocht die door 350 kinderen werd gereden. De volgende dag werd een eenrichtings autobaan (uitgezet door de Politie) op de Gouwzee geopend. In Monnickendam kon men het ijs op, en via Marken en in Volendam er weer af. De volgende dag maakten 1212 de tocht.

Inmiddels wisselde het bestuur van samenstelling. De voorzittershamer werd overgenomen van Gerbrand Karmelk (na veertig jaar) door Herman Steur. Op 22 januari werd een heuse wedstrijd over 100 kilometer (vijf ronden) gehouden over de Gouwzee. Jan van de Hoorn kwam als winnaar na een tijd van 4 uur, 24 minuten en 44 seconden over de meet en kreeg een fraaie wisselbeker uitgereikt. tegelijkertijd werd natuurlijk ook de toertocht gehouden waaraan 646 schaatsers deelnamen.

Op 26 januari werd in Marken een Marker bruiloft op het ijs gehouden. De volgende dag meteen weer een wedstrijd voor leden. Op 2 februari volgde een autorace op de Meeuwenhoek. Omdat van Domeinen (als eigenaresse van de Gouwzee) geen entree mocht worden gevraagd kostte dit de vereniging de lieve som van 2000 gulden. Dezelfde dag en de dag daarop werd de Purmerringvaart tocht gehouden. Ook de Gouwzeetochten gingen gewoon door. Tijdens een vergadering op 9 februari werd besloten de hand op de knip te houden omdat de uitgaven in inkomsten overstegen. Er werden geen mensen meer in loondienst genomen (!) en de vrije consumpties voor bestuur en leden werden afgeschaft.

23 februari 1963
De gebeurtenissen van zaterdag 23 februari vormden een hoogtepunt tijdens die winter. Voor acht uur ’s morgens stonden op alle wegen in Waterland enorme files zodat niemand meer voor- of achteruit kon. Iedereen wilde per se met de auto het ijs op om naar Marken te rijden. In een extra radio-uitzending op beide Hilversumse zenders werd automobilisten ten sterkste afgeraden naar Monnickendam te rijden omdat er geen doorkomen aan was. Via de scheepswerf van Van Goor reden de auto’s het ijs op. Besloten werd per auto een bedrag van fl.4 te vragen. Voor schaatsers werd fl.2,50 deelnamegeld gevraagd. De verkeerspolitie had materiaal beschikbaar gesteld om gestrande auto,s van het ijs te kunnen slepen. Nadat ruim 5000 auto,s op het ijs waren, (er waren ruim 40.000 mensen op de Gouwzee) kreeg het bestuur van de politie het advies niemand meer het ijs op te laten; het werd te gevaarlijk. Een lange optocht van schaatsers met lichtende fakkels slingerde zich over de donkere Gouwzee zodat die sprookjesachtig verlicht werd. Onze zustervereniging fanfarekorps “Olympia” stond op het ijs te spelen en in de Haringhallen bij Stuttenburgh kon gedanst worden. Alle cafe,s en restaurants puilden uit van dorstige en hongerige schaatsers en toekijkers. Na afloop werd op het ijs een spetterend vuurwerk afgestoken.

Het feest was zo geslaagd dat de daaropvolgende zondag de wegen naar Monnickendam weer verstopt waren met auto’s die (desnoods zonder fakkel) de tocht nogmaals wilden maken. Op zaterdag 4 maart bezocht prinses Irene met enkele vriendinnen Monnickendam. Besloten werd de 15000ste automobilist een prijs uit te reiken. Secretaris Cor Verbeek verzucht in zijn verslag dat op 3 maart “gelukkig” de dooi inviel. Bestuur en vrijwilligers waren bekaf van alle inspanningen, sommigen hadden een dagtaak gehad om alles goed te laten verlopen. Zo waren ze bijvoorbeeld nog maanden lang bezig om alle medailles en oorkonden te versturen, en was er veel gesteggel met de ijsbesturen van Marken en Volendam over de te verdelen inkomsten en uitgaven. De penningmeester berichtte tijdens de jaarvergadering in november 1963 dat het saldo van de vereniging fl. 6152,33 bedroeg. Maar er waren nog vorderingen en onbetaalde rekeningen. Onder meer de belasting vorderde een bedrag van fl.2000 omzetbelasting waartegen bezwaar werd aangetekend.

De winter van 1964-65 was weer een strenge, maar niet zo grimmig als die van het jaar daarvoor. Op tweede kerstdag werd de toertocht over de Gouwzee al gereden. Er werd voor fl.5415 een tractor aangeschaft zodat men zelf de baan naar Marken kon vegen. Dit was mogelijk door een renteloze lening van de ijsvereniging Marken. Helaas zakte de tractor door het ijs en verdween naar de bodem van de Gouwzee. Aaannemer Appel uit Marken wist het apparaat te lichten zodat niet alles was ver loren. helaas bracht dit ook weer veel kosten met zich mee. Ook werd voor fl.600 een schuur aangeschaft voor het opbergen van het materiaal. Er volgde een periode zonder echte winters en de vereniging raakte in zwaar weer. In 1966 had de vereniging nog schulden die afbetaald moesten worden. Vier leden van het bestuur (waaronder voorzitter Herman Steur) bedankten verder voor de eer en vertrokken. Op het dieptepunt, de jaarvergadering van 1971, verschenen slechts drie leden, en was het bestuur teruggelopen naar twee personen. Het leden aantal was teruggelopen naar 229. Het duurde tot 1976 voordat Olympia uit het diepe dal omhoog kroop. Dit door de inzet van enkele Monnickendammers die hun schouders er onder zetten, en een nieuw voorlopig bestuur vormden. De financiën waren weer op orde, er was een bedrag van fl.8228,26 in kas.

Pas in 1979 werd er weer naar Marken gereden en werden er toertochten op de Gouwzee uitgezet. Ook werd er actief meegewerkt met de omringende ijsverenigingen om de diverse dorpentochten in Waterland mee te helpen organiseren. Er werd een schaatsenruilbeurs gehouden en er werd weer een fakkeloptocht over de Gouwzee gehouden. Helaas was het mistig weer, zodat het effect ten dele verloren ging, maar de tocht werd toch door 1350 deelnemers uitgereden, en was een succes. Het ledenaantal steeg weer naar 265. Er volgden daarna enkele zachte winters waarin soms wel een paar dagen geschaatst kon worden, maar die niet lang duurden. Toch werden er wel enkele Gouwzeetochten gehouden in 1980 en 1982.

Winters in de jaren `80
In de winter van 1984-1985 kwamen de liefhebbers weer aan hun trekken. Op 15 december werden schaatswedstrijden voor de jeugd gehouden. Op 7 januari werd de verlichting op de Krim en de Binnendijk geplaatst en kon het ijsfeest beginnen. Vanaf de 11e Januari werden er Gouwzeetochten gereden die, met uitzondering van een kleine dooiperiode, tot 20 Februari duurden. Ook de Purmerringvaart route werd na 22 jaar weer eens gereden en er werden lampionnenoptochten voor de jeugd georganiseerd. Ook de winter van 1985-86 was weer een mooie winter. In december werden er schaatswedstrijden voor de jeugd gehouden. Op 14 en 18 februari werd de Oost-Waterland tocht gereden. Op 12 en 13 februari zou de Gouwzeetocht weer gereden worden, maar door het slechte weer, werd het afgelast. Wel werd medewerking verleend aan de Noord-Holland tocht. Er passeerden ruim 2500 deelnemers de stempelposten. De winter van 1986-1987 werd wéér een winter met ijs. Aan de oost-Waterland tocht namen door de harde wind en ijselijke kou slechts 150 rijders deel. Op 20 januari werd de Noord-Holland tocht gehouden. Van 31 januari tot 3 februari werden Gouwzeetochten gehouden. Aan jeugdwedstrijden en lampionnentochten namen 120 kinderen deel.

Ook in de winter van 1987-88 konden liefhebbers weer aan hun trekken komen. Begin januari begon het te vriezen, op 12 januari werd de verlichting op Krim, Binnendijk en Pierebaanmeer aangebracht. Met een harde wind die het vreselijk koud maakte, werd op 14 januari de Waterland-Oost tocht gereden. In Monnickendam stapten daardoor maar 7 deelnemers op het ijs. Voorzitter Klaas Roos brak zijn enkel tijdens het inspecteren van de eventuele te houden Gouwzeetocht naar Marken. Ook werd die dag weer een Waterland-Oost tocht gehouden. Omdat het weer inmiddels beter was stapten er in Monnickendam dit keer 174 schaatsers het ijs op. Die middag werden er op de Lindengracht schaatswedstrijden voor de jeugd gehouden. De volgende dag werd de Waterland-Oost tocht weer gereden. Het was erg gezellig op het ijs, er waren dit keer 248 opstappers in Monnickendam. De tocht werd gereden door 2000 deelnemers die allemaal in verschillende startplaatsen waren begonnen. Op 20 januari werd de Noord-Holland tocht gereden over 200 kilometer, maar door de slechte publiciteit waren er maar 1500 deelnemers. Op 31 januari en 1 en 2 februari werd de Gouwzee tocht weer gereden. Het was mooi weer zodat het erg druk en gezellig was op De Gouwzee. De volgende dag werd er een lampionnentocht gehouden vanaf het `t Prooyen over de Gouwzee naar de Lange Brug. De route was aangegeven met brandende fakkels. Er lag al water op het ijs, maar gelukkig was er geen wind zodat de lampionnen branden bleven.

Het 100-jarig jubileum in 1990
Voor bestuur en leden stond van te voren vast dat men dit unieke jubileum niet onopgemerkt voorbij kon laten gaan. Er werd een jubileumboekje uitgegeven en diverse feestelijkheden georganiseerd. Op 3 november werd een feestmiddag voor de kinderen van 4 t/m 12 jaar gegeven door Remarks jeugdtheater. Voor de oudere kinderen werd in de Bolder een film vertoond. Het bestuur hield op 10 november een receptie die druk bezocht werd. Sprekers waren o.a. de burgemeester en afgevaardigden van ijsverenigingen waarmee in het verleden vaak is samengewerkt. Ook de KNSB was vertegenwoordigd. Voorzitter Klaas Roos bedankte namens de vereniging voor de vele cadeaus en de blijken van belangstelling, en deelt mee dat de geldelijke gaven die ontvangen zijn zullen worden bestemd voor het restaureren van oude ijszeilers. Er werd niet alleen gefeest, er werd ook geschaatst. Op de Krim, Binnendijk en op het Pierebaanmeertje werd de feestverlichting opgezet. Eind januari begon het te vriezen en op 9 en 10 januari kon er weer een Gouwzeetocht worden gereden. Het ijs was van uitstekende kwaliteit, er werden 3200 deelnemers ingeschreven. Ook werd de Waterland-Oost tocht gereden. Daar namen vanuit Monnickendam 452 schaatsers aan deel. Op 12 februari werd de Gouwzeetocht afgelast door de sneeuw. De baan was haast niet meer schoon te vegen. Dankzij hard werken en de inzet van twee veegmachines lukte het tenslotte. De volgende dag kon er weer worden geschaatst op de Gouwzee, ook door de kinderen van de lagere scholen in Monnickendam die allen een consumptie kregen aangeboden. Ook de volgende dag werd er weer gereden waaraan de MAVO leerlingen deelnamen. Daarna viel de dooi in en konden we het seizoen afsluiten.

Conclusie; Wij kunnen als vereniging terugzien op een lange en rijke geschiedenis. Toch is het goed om na de historie ook de toekomst te bekijken. Er zijn kansen en bedreigingen voor onze vereniging. Kansen zijn er genoeg; maar er zijn ook factoren die een verder bestaan van onze vereniging in gevaar kunnen brengen. Op een rijtje gezet kunnen we het volgende constateren;

Kansen voor onze vereniging

  • Een gezonde financiele basis.
  • Een goede rechtspositionele basis
  • Een grote groep enthousiaste vrijwilligers
  • Goed materiaal zoals twee motorvegers, een tractor met sneeuwschuiver, een quad met sneeuwschuiver, en alles wat nodig is om veilig en verantwoord verlichte banen, toertochten en schaatswedstrijden te organiseren
  • De unieke ligging van Monnickendam aan de Gouwzee en de binnenwateren van Waterland
  • Een goede samenwerking met onze zusterverenigingen in Waterland rondom de Waterland-oosttocht
  • Oprichting van stichting Gouwzeetocht met de ijsclubs van Marken en Volendam om de organisatie rondom de Gouwzeetocht veiliger en efficiënter te kunnen organiseren.

Bedreigingen voor onze vereniging

  • Zachtere winters (dus geen ijs) door het broeikaseffect
  • Het ledenbestand vergrijst
  • Verdere individualisering van de samenleving
  • Verscherpte wet- en regelgeving vanuit de overheid
  • Het ontstaan van een claimcultuur naar Amerikaans voorbeeld

Ontwikkelingen die wij met grote belangstelling volgen en er als vereniging een goed antwoord op proberen te vinden. Wilt u meepraten over bovenstaande zaken en/of verdere zaken die u belangrijk vindt? Bezoek dan onze ledenvergaderingen, die elk jaar in oktober worden gehouden. Kijk voor de juiste datum en tijd op deze website of de bekendmaking in de lokale bladen. U kunt natuurlijk ook mailen of schrijven naar onze secretaris.